Netwerkbijeenkomst: samen voor goed onderwijs
Alleen ga je sneller, samen kom je verder. Daarom blijft Nissewijs graag nauw in contact met regionale samenwerkingspartners. Het doel? Samenwerken voor goed onderwijs en de ontwikkeling van kinderen verbeteren. In maart organiseerde Nissewijs het jaarlijkse netwerkevenement: betrokken partijen ontmoetten elkaar. Manon Vanderkaa (lid raad van toezicht Nissewijs) en Jacqueline Lentink (teamleider gemeente Nissewaard) waren erbij. Wij stellen ze vijf vragen over de middag.
Hoe was de middag ingericht?
“Het was een inspirerende middag met een grote opkomst”, vertelt Manon. “Vertegenwoordigers van primair onderwijs, voortgezet onderwijs, kinderopvang en de gemeente Nissewaard waren er. Jacqueline: “De voorzitter van het college van bestuur trapte de bijeenkomst af. Daarna gaf organisatiepsycholoog Hartger Wassink een presentatie over verschillende maatschappelijke trends in relatie tot de maatschappelijke opdracht die de aanwezige organisaties hebben.”
Manon: “Opgesplitst in vier groepen gingen we met elkaar om de tafel zitten om de trends te bespreken: welke herkennen we in de regio en hoe vliegen we ze samen aan? Daarna gingen we gezamenlijk een hapje eten. Tijdens deze afsluiter spraken we met elkaar zonder agenda en ontmoetten we mensen buiten onze eigen gesprekstafel.”
Even voorstellen
Manon Vanderkaa:
- is toezichthouder bij meerdere organisaties, waaronder Nissewijs;
- vond tijdens de netwerkbijeenkomst de uitwisseling van verschillende invalshoeken het meest waardevol.
Even voorstellen
Jacqueline Lentink:
- is teamleider beleid sociaal domein bij de gemeente Nissewaard;
- vond tijdens de netwerkbijeenkomst het samen met andere partijen oplossingsgericht denken een hoogtepunt.
Wat hield het dagthema in?
Jacqueline: “Het overkoepelende thema van de dag was: onze maatschappelijke opgave. Dus: hoe zien we de maatschappelijke trends terug in Spijkenisse? Daar vloeiden ook weer andere onderwerpen uit voort, bijvoorbeeld armoede. Hoe merkt iedereen dit en wat doen we eraan? Hoe kun je als ouders, zorg en onderwijs elkaar ondersteunen bij opvoedingsverlegenheid? En bij het optimaliseren van een soepele leerlijn van kinderopvang naar primair en voortgezet onderwijs?”
Hoe hebben jullie de netwerkbijeenkomst ervaren?
Manon: “Er ontstonden mooie uitwisselingen en verrassende ontdekkingen tussen gesprekspartners die bij elkaar om de tafel zaten. Scholen voor voortgezet en primair onderwijs liggen bijvoorbeeld soms geografisch dicht bij elkaar. Toch bleken ze
elkaar in de praktijk niet zo makkelijk te vinden bij vraagstukken waar ze allebei tegen aanlopen. Deze verbinding ontstond wél tijdens de bijeenkomst.” Jacqueline vult aan: “Dit ervaarde ik ook. Vooral het bespreken van de leerlijn van kinderen tussen kinderopvang en primair onderwijs leverde veel inzichten op – bij dat onderwerp zat ik ook aan tafel.”
"De ontmoetingen bruisten aan alle kanten.”
Wat nemen jullie mee uit deze dag?
Manon: “Het belang van samenwerken, en de toegevoegde waarde van elkaars werelden leren kennen: zo voorkomen we dat verschillende maatschappelijke organen de verantwoordelijkheid op elkaar afschuiven. In plaats daarvan stimuleert zo’n bijeenkomst het als collectief aanpakken van uitdagingen.”
Jacqueline vervolgt: “Organisaties namen uit de dag ook concrete dingen mee. Bijvoorbeeld meeloopdagen om elkaars organisatie beter te leren kennen. De ontmoetingen bruisten aan alle kanten.”
Hoe draagt deze netwerkbijeenkomst bij aan goed onderwijs?
Manon: “Onderwijs is slechts één van de schakels in de ontwikkeling van kinderen. Op deze manier versterk je op strategisch niveau je netwerk en blijf je samenwerking oliën. Het onderwijs verloopt dan ook soepeler. Zo verminderen bijvoorbeeld de schotten tussen kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs, en zijn de overdrachten beter.”
Jacqueline: “Sommige kinderen hebben ook wat extra ondersteuning nodig om tot beter leren te komen. In die gevallen is het helemaal belangrijk dat je elkaar weet te vinden. Als er armoede speelt, heeft dat een weerslag op het onderwijs. Als gemeente wil je dan meekijken naar wat kinderen nodig hebben, zodat ze zich toch optimaal kunnen ontwikkelen.”